Inzingen met de cantorij

Heleen Steenbergen

[Dit artikel verscheen eerder in de Mededelingen van het Centrum voor de Kerkzang, april 2005]

Voor veel dirigenten van cantorijen is wel of niet inzingen geen vraag. Wel vragen ze zich af hoe je dat inzingen dan het beste kunt doen. Inzingen kan op allerlei manieren, maar wanneer je nog niet zo zeker van je eigen kunnen op dit gebied bent, valt het niet altijd mee. Laten we daarom eens op een rij zetten wat er nuttig is om aan de orde te laten komen bij het inzingen.

Houding en adem

Allereerst bepalen we de zangers bij het aannemen van een goede houding om te gaan zingen. We gaan staan en letten er daarbij op dat het gewicht op de voorvoet rust, dat de knieën los zijn en de armen en schouders ontspannen.

Wellicht is het goed ook enige aandacht aan de manier van ademhalen te besteden. We ademen in met open mond, met een losse kaak, en letten erop dat bij de inademing buik en flanken uitzetten en de schouders ontspannen blijven. Daarna ademen we uit op de letter sss (sissen als een slang) of zingend op een lange vocaal.

Warming-up

Net zoals bij het sporten beginnen we de koorrepetitie met een warming-up, in dit geval het ‘opwarmen’ van de stem. Dat kan bijvoorbeeld door te neuriën. We kunnen daarbij uitgaan van motieven uit de stukken die later tijdens de repetitie aan de orde komen. Met name passages die wat minder makkelijk gaan, zoals stukjes met lastige intervallen, kunnen neuriënd geoefend worden. Dat is niet alleen een goede oefening voor het intoneren en het gehoor, maar het bevordert ook de concentratie.

Stemomvang

Na het neuriën gaan we aandacht besteden aan de stemomvang. Allereerst met dalende oefeningen, bijvoorbeeld een dalende (majeur)toonladder op verschillende klinkers. We kunnen deze toonladders zowel legato als staccato laten uitvoeren.

Daarna gaan we omhoog, ook zowel legato als staccato. In deze oefeningen kunnen ook sprongen voorkomen, bijvoorbeeld in de vorm van gebroken akkoorden. We letten er daarbij op dat zowel articulatie als resonans in de verschillende oefeningen aan de orde komen.

Gehoor en concentratie

Het is niet alleen leuk maar ook goed voor de ontwikkeling van het gehoor en de concentratie om het inzingen af te sluiten met een canon. In het Canonboek (uitgave nr. 136 van het Centrum voor de Kerkzang), zijn een aantal zeer bruikbare voorbeelden te vinden die gemakkelijk ‘uit het hoofd’ gezongen kunnen worden.

Begin van de repetitie

Wanneer het (staande!) inzingen is afgesloten en de cantorijleden gaan zitten, is het moment aangebroken om de actieve zithouding aan de orde te stellen.

Bij het zingen zitten we op de punt van de stoel met twee voeten plat op de grond en dus geen knieën over elkaar! De rug is recht en los van de stoelleuning (niet leunen!) en de schouders zijn ontspannen.

Materiaal

Natuurlijk is dit een heel beperkte weergave van wat er allemaal bij het inzingen aan de orde kan komen. Veel meer en goede informatie kunt u vinden in het boek In koor: natuurlijk zingen! van Klaziene van der Vinne, een uitgave van Broekmans & Van Poppel in Amsterdam. Het boek omschrijft niet alleen helder allerlei onderwerpen die bij het zingen in een koor/cantorij aan de orde komen, maar omvat daarnaast een groot aantal oefeningen. Een andere uitgave met inzingoefeningen: Tijs Krammer, Meerstemmig inzingen, een uitgaven van Harmonia Muziekuitgeverij.